Artikel uit de Bode, november 2003

MARION BAX (47) DRAAIT MEE AAN INTERNATIONALE WIELERTOP

“Zolang ik plezier heb, ga ik door”

dinsdag, 4 november 2003

BREDA – Zes medailles bracht Marion Bax dit jaar mee van WK-wedstrijden. Ze haalde twee keer goud, een keer zilver en een keer brons op de baan en twee keer brons op de weg. “Het is een fantastisch jaar voor me geweest. Ik weet echter ook dat ik dit niet meer zal evenaren. Maakt me niet uit. Fietsen brengt me zoveel plezier dat ik er nog niet aan denk te stoppen”, aldus de wielrenster uit Bavel.

Door Vivianne Voeten

Op zestienjarige leeftijd stapte Marion Bax voor het eerst op een wielerfiets. “Mijn broer was fanatiek aan het wielrennen. Hij had een reservefiets en dus ging ik wel eens met hem mee. Ik vond het een hele leuke sport en van het een kwam het ander.” Marion ging wedstrijden rijden en werd lid van wielervereniging Feyenoord. “Ik reed goed en werd gevraagd voor sponsorploegen als Beck’s bier en Hitachi. Ik draaide destijds mee aan de subtop, volgde een opleiding en had een baan. Ik denk dat wanneer ik alleen voor de sport had gekozen, de top binnen bereik had gelegen. Ik heb dat echter heel bewust niet gedaan. Wilde me niet alleen op de sport richten. Ik heb ook nooit spijt gehad van die beslissing.”

In 1983 stopte Marion met wielrennen. “Ik kampte met een blessure en vond het tijd afstand te nemen. Vijftien jaar heb ik geen wedstrijden gereden maar ik bleef wel fietsen. Aanvankelijk op recreatieniveau, ik was lid van de Rouleurs uit Ulvenhout. Draaide lekker mee. In 1998 reed ik een wedstrijd bij de cyclosportieven. Je rijdt dan 150-200 kilometer en er wordt dan naar je tijd gekeken. De eerste wedstrijd stond ik gelijk op het podium en daar werd ik dus heel fanatiek van.” Marion besloot weer meer tijd aan haar sport te gaan besteden.

“Wanneer je echt aan de top mee wilt, moet je alle mogelijke tijd vrijmaken. Wanneer je dan resultaten boekt, verleg je je grenzen weer. Je groeit daar echt in. Op een gegeven moment heb ik de KNWU gebeld omdat ik wist dat er Masterwedstrijden in Frankrijk waren. De bond raadde me echter aan een licentie aan te vragen zodat ik in Nederland wedstrijden kon gaan rijden. Dat ging lekker. Van de acht wedstrijden die ik reed, eindigde ik er bij vijf bij de eerste twintig.”

Aanbiedingen

Marion kreeg van een aantal ploegen aanbiedingen maar ging hier niet op in. “Ik wil mijn vrijheid houden, zelf bepalen welke wedstrijd ik wel of niet rijd. In 1988 heb ik een ernstig ongeluk gehad. Ik werd tijdens een training geschept door een auto. Mijn knieschijf was gebroken en verbrijzeld. Wanneer het heel slecht weer is, rijd ik geen wedstrijden. Ik hoef dat niemand uit te leggen. Bij een ploeg zou me zo’n beslissing niet lekker zitten omdat ik me dan toch verantwoordelijk voel. Daar spelen ook andere belangen een rol.”

0-punt

Na het ongeluk was het voor Marion al snel duidelijk dat ze er alles aan wilde doen om weer te kunnen fietsen. “Je begint dan echter wel op het 0-punt. Fietsen en zwemmen was het enige wat ik nog kon. Vroeger tenniste ik en deed aan hardlopen en skiën maar die sporten behoren niet meer tot de mogelijkheden. Aan zwemmen vind ik niets aan dus bleef alleen wielrennen over.”

Top

De 47-jarige dame draait in Nederland nog steeds aan de top mee. “Ik rijd bij de Elite-dames dus dezelfde wedstrijden als Leontine van Moorsel. Het Nederlands niveau is behoorlijk hoog en daardoor is het makkelijker op internationaal niveau te presteren. Nou is het natuurlijk wel zo dat je er veel voor moet doen en nog meer voor moet laten”, aldus Marion.

Dit voorjaar vertrok ze twee keer voor een hoogtestage naar het buitenland. “Een keer naar Spanje en een keer naar Frankrijk. Om mee te kunnen, moet je dit gewoon doen. Anders duurt het zeker een maand voordat je qua niveau aan kunt sluiten bij de beroepsrensters. Ik heb geen ploeg en betaal die stages dus gewoon zelf”, legt de wielrenster uit Bavel uit. Ze is wel in de gelukkige omstandigheid een sponsor te hebben gevonden.

Ze is van plan deze winter weer twee weken naar het zuiden te gaan. “Ik kijk echter eerst even hoe ik de winter doorkom. Ik moet 110 procent fit zijn om een nieuw fietsseizoen aan te kunnen. Word ik ziek dan heeft een hoogtestage weinig zin”, aldus Marion die haar fietscarrière nog steeds combineert met een baan. “Ik werk twee dagen in de week op de IC van het Amphiaziekenhuis. Gezien de combinatie met topsport is dat meer dan genoeg. Ik hou nu echter voldoende ruimte voor trainingen.”

Voorbereidingen WK

Marion traint het liefst met een groep. “Die trainingen zijn gewoon vruchtbaarder omdat er meer snelheid gehaald wordt.” Wekelijks probeert de sportvrouw ook een tot twee rustdagen in te bouwen. “Wanneer er belangrijke wedstrijden aankomen, worden de trainingen natuurlijk intensiever. Zo heb ik ter voorbereiding op het WK zes weken lang iedere week een dag in de Voerstreek getraind. Ik wist dat er in Oostenrijk heuvels in het parcours zaten, dus ben wat klimmetjes gaan pakken”, vertelt Marion.

Favorieten

In augustus reed ze het WK op de weg in Oostenrijk, in september het WK op de baan in Manchester (Groot-Brittannië). “Aan de wereldkampioenschappen doe ik al zo’n vier jaar mee. Ik ken dus het deelnemersveld wel. Op de weg heb ik zo’n 12 concurrentes en op de baan gaat het tussen vijf vrouwen. Ik behoor hier tot de favorieten en dat maakt een wedstrijd er niet makkelijker op.” Op de weg haalde Marion een bronzen medaille bij het tijdrijden en werd eveneens derde bij de gewone koers. Op de baan was er goud op de sprint, goud bij de puntenrace, zilver op de achtervolging en brons op de 500 meter.

“Met de gouden medaille bij de puntenrace was ik echt enorm blij. Dat was namelijk een heel gevecht. Voor die wedstrijd had ik, tevoren, een tactiek in mijn hoofd en die heeft goed gewerkt.” Marion wist dat zij als enige Nederlandse aan de start zou verschijnen en dat andere landen meer rensters in het veld hadden. “Mijn tactiek was te proberen het eerste klassement met overmacht te winnen. Dat lukte. Hierdoor richtte een aantal rensters zich op mij om ook punten te pakken. Bij een demarrage hoefde ik er niet steeds achteraan omdat sommige rensters compleet niet gevaarlijk voor mij waren maar bijvoorbeeld wel voor nummer twee of nummer drie. Ik had het mooi uitgedokterd en mijn plannetje lukte”, vertelt Marion lachend.

Plezier

Ze is tevreden over het afgelopen wielerseizoen. “Ik ben echter ook realistisch. Volgend jaar kan ik dit niet evenaren. Dat hoeft ook helemaal niet. Ik ben niet op die manier met mijn sport bezig. Ik heb plezier in mijn sport en heb er alleen gezonde stress van. Het gebeurt dat het in een wedstrijd helemaal mis gaat. Dan zit ik absoluut niet in de put. Volgende keer beter is dan het motto. Ik heb nu zes medailles thuis van het WK maar peins er niet over te stoppen. Zolang het fysiek kan, ik gezond blijf en plezier heb, ga ik door. Dat betekent ook dat je in je omgeving de rust en tijd moet hebben om met je sport bezig te zijn, anders lukt het niet. Loopt het op een van die terreinen fout dan houdt topsport op. We zien wel, is het zover dan ga ik recreatief fietsen. Indien nodig stel ik mijn doelen bij. Er zijn nog zoveel andere dingen belangrijk in het leven”, meldt Marion nuchter.

Slagroom

De doelen die zij zichzelf gesteld had, heeft ze gehaald. “Na het ongeluk wilde ik weer gaan fietsen en droomde ervan wereldkampioen te worden. Dat is me twee jaar geleden voor het eerst gelukt. Die trui was de slagroom op het toetje. Verder is alles wat ik meemaak gewoon leuk. Op het WK in Oostenrijk reikte Francesco Moser me de medaille uit en in Manchester was het Graeme Obree (hij pakte het uurrecord op een futuristische fiets). Het is toch geweldig dit soort mensen tegen te komen”, besluit Marion enthousiast.