Afgelopen week nam Marion deel aan het WK voor Masters te Sankt Johann in Tirol. Ze opende de week met de Radweltpokal, de wereldbeker voor Masters. Dit wordt gezien als het officieuze wereldkampioenschap. Woensdag reed ze het WK tijdrijden en een dag later het WK wegrit. De week verliep uiterst succesvol voor haar, hoewel ze stiekum op de regenboogtrui op het onderdeel tijdrit had gehoopt.
In de Radweltpokal reed er een duo als een speer de Huberhohe op, een klim van twee kilometer met sommige stukken boven de 10 %. Dit is een klim die Marion, als niet-klimster, gewoon niet ligt en telkens weer voor haar het kritieke punt in de wedstrijd is. Dit duo, Ann Plant (GBR) en Lubov Vasilkova (Rusland), reed weg, achtervolgt door Marion en de Italiaanse Angela Bertorelli. In tegenstelling tot de meeste Italianen, wilde deze wel rijden. De rest was gezien. Beetje bij beetje kwamen ze dichter, mn. door de inspanning van Marion, doch toen men van voren echt in de gaten kreeg dat het achtervolgende duo aan zou sluiten, trok men op de laatste klim nog eens extra door. Hiedoor was de slag definitief gevallen. Vasilkova won voor Plant, Marion won zeer gedecideerd de sprint voor het brons. Die was binnen, de druk was van de ketel.
Twee dagen later werd het WK tijdrijden voor Masters verreden over 20 kilometer op een prachtig parcours: 10 km. heen, keren op een “Parkplatz” en op dezelfde weg terug. Net voor het keerpunt zit er een klimmetje, “drie viaducten” lang, doch iets stijler. Marion had het hier stilletjes echt op staan en had de vorige uitslagen nog eens doorgenomen en geconcludeerd dat misschien wel de eerste plaats erin zou zitten. Alles verliep perfect, de benen “vielen” goed en de tijd was ook prima: 29.26.90, wat een gemiddelde van 40,8 kilometer per uur betekent. Dan denk je ver binnen te zijn. Tot de Australische Lorraine Schutz (tot dan nooit in Sankt Johann gereden) binnenkomt en een tijd realiseert van 29.01.01. Een gemiddelde van 41.4 kilometer per uur en dat voor vrouwen van 50 jaar en ouder! Wel was de door Marion gerealiseerde tijd goed voor het zilver. De Amerikaanse Cynthia Swain pakte brons met een tijd van 30.14.84. Marion had op een beetje meer gehoopt, doch was dik content. Zeker als je de renner Schutz eens bekijkt. Het was een renner met precies de bouw die een renner moet hebben: bovenlijf iel, geen gram vet en voor een fondrenner erg stevig gebouwde benen. Is gewoon een klassebak. En dan moet je erkennen dat ze, zeker die dag, de betere is.
Extra verheugd was Marion toen bleek dat de Italiaan Francesco Moser, een der beste renners allertijden, een van de beste tijdrijders allertijden en bovendien voormalig werelduurrecordhouder, de medailles en de bijbehorende bekers uit zou reiken. De hand schudden en kussen ontvangen van zo’n monument in de wielrennerij moet je wat doen. Overigens had ze eerder op het WK baan te Manchester een soortgelijke ervaring, toen Graeme Obree deze taak tot zich genomen had.
Tot en met woensdag dus een prima resultaat: zilver en brons. Wat zou het donderdag doen, bij de WK wegrit?
Het was donderdag goed weer, Marion leek weer goed voorbereid, doch de vraag is “hoe houden de benen zich daags na de tijdrit?” (niet alle rensters reden die) en niet te vergeten……. “Wat doet die Schutz bergop, op de klim die Marion toch al niet ligt?”. Hans, echtgenoot en de begeleider, had het goed ingeschat……. “let op, die Schutz rijdt ook hard bergop!”. Dus er lag al snel een probleem in de koers. Schutz trok van onder aan de klim alles op het lint, velen moesten er meteen af, Schutz nam Plant, Vasilkova en de Italiaanse Dal Santo op sleeptouw, Marion bleef met nog zes anderen achter. Gedaan zou je zeggen, zeker als je dan meemaakt dat de meesten ook nog verzaken mee het gat dicht te rijden. Gelukkig wilde een Italiaanse wel rijden. Maar het hielp allemaal niet veel. Tot aan de tweede klim bij Schwendt er plots twee bergop weg wilde rijden……..(?) Marion liet ze een klein gaatje pakken, gebruikte ze net voor de top als springplank en kleste door. Het gat op de kopgroep was toen dik dertig seconden. Ze gooide zich als een bezetene in de toch al snelle afdaling naar Kossen, met de gedachte “nu ben ik hooguit vijf, de medailles zijn weg……. dus ik heb niets te verliezen”. Bij het ronden van de rotonde van Kossen was het gat al een stuk kleiner en kreeg ze de kopgroep in het zicht. Ze wilde voor de derde klim aansluiten, anders liep ze het risico dat de kopgroep juist daar weer verder weg zou lopen (wat daar maandag ook al was gebeurd!). Het lukte, ze sloot daar aan en kon even gaan linken om bij te komen, om vervolgens ook weer mee te draaien. De door Hans gesuggereerde gedachte “om in geval van” weg te springen zou geen goede geweest zijn, met een hardrijder als Schutz in de groep. Dit zijn types, die hard rijden, maar van de koers niets begrijpen en in dat soort situaties naar alles springen wat beweegt. Of dat koerstechnisch nu goed is of niet ze rijden er naartoe. Dit vijftal kon dus gaan sprinten voor de wereldtitel. In die sprint koos Marion voor het achterwiel van Vasilkova. Op zich een goed wiel, maar of je in dit wiel moet zitten en wachten tot ze aangaat. Beter zou misschien geweest zijn vanuit een gaatje redelijk vroeg aan te gaan. Maar dat moet na zo’n achtervolging wel gaan. Bovendien ging Schutz, wel als een strijkijzer overigens, erg vroeg aan en moest Marion verplicht over de wind sprinten, anders had ze Schutz als “opstakel” tegen gekomen. Marion kwam nog wel, maar helaas te laat…….. weg de kans om volgend jaar eventueel het hele jaar met die trui te mogen koersen. Vasilkova won, Marion twee en Ann Plant derde, Catarina Dal Santo (Italie) vierde en de Australische Schutz vijfde. De Francaise Annie Contardo won de sprint van het achtervolgende groepje, wat nog 1.04 minuten verloor. Marion kon na een formidabel gereden koers alleen maar tevreden zijn, zoals ze ook over de hele week niet meer kan zijn dan dik tevreden! Drie keer op het podium, ze was de enige deze week!
Foto’s volgen op korte termijn.